Spring naar content
Advies inzake het verzoek tot teruggave van Staande vrouw met sluier van Hendrick Goltzius

Tekening van Hendrick Goltzius op de achterzijde van een speelkaart

Dossiernummer: RC 1.32

Soort advies: Rijkscollectie

Adviesdatum: 15 mei 2006

Periode bezitsverlies: 1933-1940

Oorspronkelijke eigenaar: Particulier

Plaats bezitsverlies: Buiten Nederland

schets Staande vrouw met sluier door Hendrick Goltzius (foto: RMA)

  • schets Staande vrouw met sluier door Hendrick Goltzius (foto: RMA)

Het advies

Bij brief van 5 juli 2005 verzocht de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Restitutiecommissie om advies over de te nemen beslissing op het verzoek van 5 mei 2005 van de heer Uri-Arthur Peled-Feldmann, mevrouw H. H.-F. en mevrouw R. E. A.-F. (hierna: verzoekers) tot teruggave van de schets Staande vrouw met sluier van Hendrick Goltzius.

De procedure

Verzoekers werden aanvankelijk vertegenwoordigd door mevrouw A. Webber, mede-voorzitster van de ‘Commission for looted art in Europe’ (hierna: CLAE). In een later stadium hebben verzoekers deze volmacht ingetrokken en sindsdien worden verzoekers vertegenwoordigd door de heer Uri-Arthur Peled-Feldmann. Naar aanleiding van het restitutieverzoek heeft de commissie een onderzoek naar de feiten laten uitvoeren, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een conceptrapport van 2 maart 2006. Dit rapport is voor een groot deel gebaseerd op onderzoek en bronnenmateriaal dat door de CLAE in opdracht van verzoekers was aangeleverd. Het rapport is voorgelegd aan verzoekers, waarop zij bij brief van 20 maart 2006 inhoudelijk reageerden. Daarbij hebben verzoekers tevens aangegeven een volledige compensatie voor de waarde van de schets te prefereren boven teruggave ervan, zodat de schets in het Rijksmuseum voor een breed publiek toegankelijk zou kunnen blijven en voorzien zou kunnen worden van een plaquette, behelzende de geschiedenis van het werk.

Op 15 mei 2006 stelde de Restitutiecommissie het onderzoeksrapport vast. Voor wat betreft de feiten in deze zaak verwijst de commissie naar het onderzoeksrapport, dat geacht wordt deel uit te maken van dit advies.

Algemene overwegingen

a) De commissie laat zich bij haar advisering leiden door de beleidslijnen terzake van de Commissie Ekkart als overgenomen door de regering.

b) De commissie heeft zich de vraag gesteld of een uit te brengen advies invloed mag ondervinden van mogelijke consequenties in latere zaken. De commissie beantwoordt die vraag, behoudens onder bijzondere omstandigheden ontkennend omdat een dergelijke invloed bezwaarlijk kan worden tegengeworpen aan de betrokken verzoeker.

c) De commissie heeft zich voorts afgevraagd op welke wijze moet worden omgegaan met het gegeven dat bepaalde feiten niet meer te achterhalen zijn, dat bepaalde gegevens verloren zijn gegaan of niet zijn teruggevonden of anderszins bewijzen niet meer zijn bij te brengen. De commissie is daaromtrent van mening dat, indien het tijdsverloop (mede) oorzaak is van de ontstane problemen, het risico daarvoor, behoudens onder bijzondere omstandigheden, behoort te liggen bij de overheid.

d) De commissie is van mening dat inzichten en omstandigheden die naar algemene maatschappelijke opvattingen sinds de Tweede Wereldoorlog klaarblijkelijk zijn veranderd, gelijk mogen worden gesteld aan nova (nieuwe feiten).

e) Onder onvrijwillig bezitsverlies wordt ook verstaan verkopen zonder instemming van de kunsthandelaar door Verwalters of andere niet door de eigenaar aangestelde beheerders uit de onder hun beheer gestelde oude handelsvoorraad, voor zover de oorspronkelijke eigenaar of zijn erven niet het volledige profijt van de transactie heeft genoten of voor zover de eigenaar niet na de oorlog uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van rechten.

Bijzondere overwegingen

  1. Verzoekers vragen restitutie van c.q. compensatie voor de schets van Hendrick Goltzius Staande vrouw met sluier in de hoedanigheid van erfgenamen van hun grootvader, de heer Arthur Feldmann, die in 1941 is overleden. Deze schets maakt deel uit van de rijkscollectie, echter niet van de zogenaamde NK-collectie van gerecupereerde kunst. Momenteel bevindt het werk zich in de collectie van het Rijksmuseum / Rijksprentenkabinet. Verzoekers zijn kinderen van de heer Karl Feldmann, zoon van Arthur Feldmann. De commissie heeft kennis genomen van een notarieel beëdigde verklaring waaruit blijkt dat verzoekers de enige erfgenamen zijn van Arthur Feldmann en zijn twee zonen, Otto en Karl Feldmann, die in 1956 respectievelijk 1989 zijn overleden.
  2. Uit het feitenonderzoek is samengevat het volgende naar voren gekomen. Arthur Feldmann, van joodse afkomst, woonde met zijn vrouw in Brno te Tsjechoslowakije. Hij was een bekend jurist en zakenman en beschikte over een aanzienlijk vermogen. Als kunstliefhebber verzamelde hij sinds de jaren twintig schetsen van oude meesters, die hij in zijn woning bewaarde. Deze collectie genoot internationale bekendheid. In 1934 bood Feldmann, daartoe gedwongen door verslechterende economische omstandigheden, een deel van zijn collectie ter veiling aan. Ook het geclaimde werk werd ten verkoop aangeboden, zo blijkt uit de betreffende veilingcatalogus, maar het werk werd niet verkocht. Daarmee is komen vast te staan dat het geclaimde werk in ieder geval in 1934 eigendom was van Feldmann. Er zijn geen aanwijzingen dat Feldmann na 1934 opnieuw werken heeft verkocht. De collectie bestond rond 1939 uit ongeveer 750 werken.
  3. Op 15 maart 1939 vielen de Duitsers Tsjechoslowakije binnen. Feldmann had, als actief zionist, zeer te lijden onder de Duitse anti-joodse maatregelen. Direct na de inval werd zijn bevoegdheid om als advocaat op te treden ingetrokken en zijn tegoeden werden bevroren. Begin 1941 werd hij gearresteerd, gefolterd en ter dood veroordeeld. Na een beroerte werd hij vrijgelaten, maar overleed enkele dagen daarna op 16 maart 1941. Zijn echtgenote overleed in 1942 in Auschwitz.
  4. Met betrekking tot het verlies van het geclaimde werk is bekend dat de Gestapo de villa van Feldmann direct na de inval van Tsjechoslowakije confisqueerde. Volgens getuigen dienden Feldmann en zijn vrouw de woning binnen twee uur te verlaten en werd het hun niet toegestaan hun bezittingen mee te nemen, met uitzondering van enige handbagage. De commissie heeft kennis genomen van getuigenverklaringen waarin wordt bevestigd dat de collectie schetsen zich op dat moment nog in de woning bevond. Beide zonen van Feldmann wisten met hun echtgenoten naar Palestina te vluchten. Ook zij waren niet in staat de collectie van hun vader mee te nemen. Het is derhalve zeer waarschijnlijk dat de collectie schetsen, waaronder het geclaimde werk, in handen is gevallen van de Gestapo. In dit verband wijst de commissie op een uitspraak van het Gerechtshof te Berlijn van 20 oktober 1971, in een zaak die Karl Feldmann tegen de Duitse staat had aangespannen en waarbij hij schadevergoeding eiste voor het verlies van de kunstwerken. In deze uitspraak achtte het hof bewezen dat een deel van de collectie Feldmann, waaronder het thans geclaimde werk, door de Gestapo was geconfisqueerd.
  5. Het is niet exact bekend wat er met de collectie schetsen gedurende de bezetting door de Duitsers van Tsjechoslowakije is gebeurd. Wel heeft het onderzoek uitgewezen dat begin februari 1946 een deel ervan, waaronder het geclaimde werk, door een anonieme verkoper ter veiling in Londen werd ingebracht. Het geclaimde werk werd gekocht door een Londense kunsthandelaar. In 1949 is het werk aan het Rijksmuseum / Rijksprentenkabinet verkocht, waarmee het deel is gaan uitmaken van de Nederlandse rijkscollectie.
  6. De commissie acht het op grond van de hiervoor beschreven feiten afdoende aannemelijk gemaakt dat Feldmann eigenaar was van het geclaimde werk aan het begin van de bezetting van Tsjechoslowakije. Ook acht de commissie het zeer waarschijnlijk dat het werk geconfisqueerd is door de Gestapo, waarmee de onvrijwilligheid van het bezitsverlies vaststaat.
  7. Aangezien hiermee aan de geldende criteria voor teruggave is voldaan, acht de commissie het verzoek tot teruggave van het werk Staande vrouw met sluier van Hendrick Goltzius toewijsbaar. Van een eerdere afhandeling van het restitutieverzoek is geen sprake geweest, zodat er verder ook geen beletselen aanwezig zijn voor toewijzing van het verzoek.

Conclusie

De Restitutiecommissie adviseert de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om het werk Staande vrouw met sluier van Hendrick Goltzius te restitueren aan de erven van Arthur Feldmann.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 mei 2006,

B.J. Asscher (voorzitter)
J.Th.M. Bank
J.C.M. Leijten
P.J.N. van Os
E.J. van Straaten
H.M. Verrijn Stuart
I.C. van der Vlies

Samenvatting RC 1.32

TEKENING VAN HENDRICK GOLTZIUS OP ACHTERZIJDE VAN EEN SPEELKAART

Bij verzoek van 5 mei 2005 verzochten de kleinkinderen van Arthur Feldmann restitutie van een schets van Hendrick Goltzius onder de titel Staande vrouw met sluier. De schets is met pen en bruine inkt op de achterzijde van een speelkaart (harten-zeven) aangebracht. Het werk bevond zich op het moment van de claim in de collectie van het Rijksmuseum/Rijksprentenkabinet. De schets maakte geen deel uit van de NK-collectie van gerecupereerde kunst, maar was in 1949 door het Rijksmuseum gekocht en daarmee deel geworden van de rijkscollectie.