De procedure
Verzoekers hebben bij brieven van 4 december 2006 en 7 december 2007 aan de Minister van OCW om teruggave verzocht van in totaal vier schilderijen uit de NK-collectie. De betreffende werken zijn geregistreerd onder de inventarisnummer NK 1532, NK 1747, NK 1750 en NK 2924. De commissie heeft naar aanleiding van de adviesverzoeken onderzoek verricht naar de feiten. De voorlopige resultaten van het feitenonderzoek in het kader van de aanvankelijke claim (NK 1747 en NK 2924) zijn neergelegd in een conceptrapport van 7 januari 2008. Dit conceptrapport is door de commissie voorgelegd aan de minister en aan verzoekers, die bij e-mail van 7 februari 2008 (de minister) en bij brief van 20 maart 2008 (verzoekers) hebben gereageerd. De voorlopige resultaten van het onderzoek inzake de aanvullende claim (NK 1532 en NK 1750) zijn met de eerdere onderzoeksresultaten en reacties gebundeld in een conceptrapport van 6 december 2010. Dit rapport is ter commentaar toegezonden aan verzoekers, die inhoudelijk hebben gereageerd bij brief van 29 april 2011. De commissie heeft verzoekers daarna op hun verzoek in de gelegenheid gesteld om aanvullend herkomstonderzoek te verrichten met betrekking tot de geclaimde kunstwerken. Daarnaast heeft de commissie verzoekers bij brief van 1 juli 2011 geïnformeerd over aanvullende onderzoeksgegevens van haar kant. Op 14 oktober 2011 hebben verzoekers de commissie bericht dat het in hun opdracht verrichte herkomstonderzoek geen nieuwe gegevens had opgeleverd.
De commissie heeft vervolgens met betrekking tot drie van de vier schilderijen (NK 1532, NK 1747 en NK 1750) op 21 november 2011 een deeladvies (RC 1.61-A) uitgebracht, strekkende tot afwijzing van het restitutieverzoek in verband met het feit dat deze werken niet te identificeren waren als werken uit de collectie Arnhold. Onderhavig advies met betrekking tot NK 2924 heeft de commissie in een apart dossier (RC 1.61-B) ondergebracht en aangehouden, omdat dit schilderij ook onderwerp was van een restitutieverzoek betreffende kunsthandel Firma D. Katz te Dieren (RC 1.90-B). De commissie heeft verzoekers in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de bij het Katz-onderzoek aangetroffen relevante feiten die betrekking hebben op NK 2924.
Nadat ook het onderzoek met betrekking tot de claim Katz was afgerond, heeft de commissie met betrekking tot het onderhavige teruggaveverzoek van NK 2924 het onderzoeksrapport
RC 1.61-B op 17 december 2012 vastgesteld.
Zowel verzoekers I als verzoekster II hebben zich in de onderhavige procedure laten vertegenwoordigen door dr. Sabine Rudolph, advocaat te Dresden, Duitsland.