De Restitutiecommissie adviseert Gemeente Amsterdam tot teruggave van het schilderij ‘Odalisque’ (Henri Matisse) aan de rechtsopvolgers van Albert Stern. Het schilderij maakt sinds 1941 onderdeel uit van de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam en is momenteel eigendom van de gemeente Amsterdam.
Op grond van het door het Expertisecentrum Restitutie NIOD getoetste onderzoek van de Commission for Looted Art in Europe oordeelt de commissie dat textielfabrikant Albert Stern tijdens de bezetting eigenaar was van het schilderij. Nadat de nazi’s in januari 1933 aan de macht waren gekomen, werd de familie Stern in Duitsland op grond van haar Joodse afkomst onderworpen aan vervolging en geleidelijk ontdaan van haar bezittingen en middelen van bestaan. De familie vluchtte in 1937 naar Nederland en heeft daarna meerdere pogingen ondernomen om uit Europa weg te komen. De omstandigheden voor de familie waren dusdanig verslechterd dat ze gedwongen werd haar bezittingen te verkopen.
Met hulp van Lieuwe Bangma, met wie de familie Stern zakelijk en persoonlijk verbonden was, is het schilderij op 19 juli 1941 verkocht aan het Stedelijk Museum Amsterdam. Als niet-Joodse Nederlander had Lieuwe Bangma tijdens de bezetting vrije toegang tot zijn banktegoeden en werd hij niet met financiële en materiële onteigening bedreigd. Het is voldoende aannemelijk dat de verkoop van het schilderij verband hield met maatregelen van de bezetter tegen Joodse burgers en voortkwam uit het streven naar lijfsbehoud.
Relevant bindend advies en samenvatting: Albert Stern / Gemeente Amsterdam