Samenvatting advies
De Restitutiecommissie heeft het verzoek van de erven van Abraham Adelsberger (1863-1940) tot teruggave van twee schilderijen (NK 3277 en NK 3278) van de kunstenaar A. von Stadler opnieuw beoordeeld na een verzoek tot heroverweging op grond van nieuwe feiten. Het oorspronkelijke advies van commissie uit 2009 (Adelsberger RC 1.91) had betrekking op drie werken waarvan het verzoek tot teruggave van twee schilderijen van Von Stadler werd afgewezen omdat de eigendom en de omstandigheden van het bezitsverlies onvoldoende waren komen vast te staan.
Uit nieuw onderzoek is gebleken dat zich in het Joods Historisch Museum te Amsterdam inmiddels een voordien onbekend archief bevindt met documenten die betrekking hebben op de familie Adelsberger en op de aanverwante familie Isay. Dit familiearchief dat een tijdvak van circa een halve eeuw bestrijkt, bevat persoonlijke en zakelijke documenten, ook over de verkoop van schilderijen in de periode 1933-1945.
Daarnaast is door en namens de erven Adelsberger nieuwe documentatie aangeleverd.
Uit al dit materiaal en het aanvullende onderzoek zijn relevante gegevens en inzichten naar voren gekomen over de vlucht van de families Adelsberger en Isay uit Duitsland naar Amsterdam en over de eigendom en de lotgevallen van individuele kunstwerken uit hun bezit. Deze nieuwe feiten rechtvaardigen het om het verzoek tot herbeoordeling inhoudelijk in behandeling te nemen. Uit de hierboven genoemde archiefstukken en rapportage is gebleken dat Adelsbergers schoonzoon Alfred Isay (1885-1948) de twee schilderijen van Von Stadler in 1933 in eigendom kreeg en deze in 1934 heeft meegenomen naar Amsterdam.
Daarnaast is uit de administratie van de kunsthandel Goudstikker-Miedl gebleken dat deze twee werken van Von Stadler op 13 november 1941 door de kunsthandel zijn aangekocht van een zekere ‘Weinberg’. Onderzoek naar de identiteit van Weinberg heeft aan het licht gebracht dat zich in de directe omgeving van de familie Isay iemand bevond met de naam Weinberg die tevens contact onderhield met de kunsthandel Goudstikker-Miedl.
Op grond van de nieuwe feiten is de commissie tot het oordeel gekomen dat het in hoge mate aannemelijk is dat Alfred Isay ten tijde van het bezitsverlies in november 1941 eigenaar was van de twee schilderijen van Von Stadler. Ook acht de commissie het in voldoende mate aannemelijk dat Alfred Isay, die gegeven zijn joodse afkomst tot een vervolgde bevolkingsgroep behoorde, deze kunstwerken via de verkoop door Leopold Weinberg aan kunsthandel Goudstikker- Miedl op 13 november 1941 onvrijwillig is kwijtgeraakt als gevolg van omstandigheden direct gerelateerd aan het naziregime. Daarom heeft de commissie de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geadviseerd de twee NK-werken ‘Berglandschap’, onder NK 3277 en ‘Landschap’, onder NK 3278 aan de erven van Alfred Isay te restitueren.