De procedure
De commissie heeft eerder, op 14 september 2009, advies uitgebracht aan de minister over een restitutieverzoek van verzoekers dat betrekking had op 25 objecten uit de NK‑collectie. Dat advies (RC 1.78) strekte tot afwijzing van het restitutieverzoek voor zover het betrekking had op 24 kunstwerken en tot teruggave van NK 1892, Capriccio met ruïnes, van P. Cappelli. De minister heeft op 28 oktober 2009 in overeenstemming met advies RC 1.78 beslist op het restitutieverzoek.
Verzoekers hebben de minister verzocht dit besluit te herzien, voor zover het betrekking had op dertien NK-werken. Bij brieven van 11 januari 2013 en 7 mei 2014 heeft de minister de commissie verzocht om hernieuwd advies. Deze zaak is bij de commissie geregistreerd onder RC 4.138.
De commissie heeft RC 1.143 en RC 4.138 gezamenlijk behandeld, maar in elke zaak wordt een afzonderlijk advies uitgebracht. Voor zover nodig wordt in dit advies verwezen naar het advies inzake RC 4.138.
Naar aanleiding van het adviesverzoek van de minister inzake RC 1.143 heeft de commissie een onderzoek naar de feiten uitgevoerd. Dit onderzoek is gecombineerd met het onderzoek inzake RC 4.138. De resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in een conceptfeitenoverzicht van 8 september 2014. Verzoekers hebben hierop gereageerd bij brieven van 29 en 30 maart 2015.
Op 15 juni 2015 heeft een mondelinge behandeling plaats gevonden ten kantore van de commissie in Den Haag. Namens verzoekers zijn daar verschenen dr. Kahmann, CC en DD, beiden zonen van verzoeker BB, en E. Dolev en dr. R.K. Krul, onderzoekers. Een verslag van de mondelinge behandeling is aan verzoekers toegestuurd. Verzoekers hebben nog aanvullende stukken toegestuurd bij brief van 19 juni 2015 en e-mail van 8 juli 2015.