De procedure
Oorspronkelijk is Nancy Parke-Taylor, later (vanaf februari 2014) James Palmer, beiden verbonden aan Mondex Corporation te Toronto, Canada, als vertegenwoordiger van verzoekers bij het restitutieverzoek opgetreden. Tot de vertegenwoordiging strekkende volmachten van vijf van de zes verzoekers zijn overgelegd. Een volmacht van BB is, ook nadat de commissie daar herhaaldelijk om had gevraagd, niet overgelegd, zodat de commissie er van uit moet gaan dat Parke-Taylor en Palmer niet de bevoegdheid hebben om BB te vertegenwoordigen en het verzoek namens de overige vijf verzoekers en niet mede namens BB is gedaan.
Naar aanleiding van het adviesverzoek heeft de commissie een onderzoek naar de feiten uitgevoerd. Zij heeft de resultaten van haar onderzoek neergelegd in een conceptonderzoeksrapport gedateerd 22 juli 2014 en dat rapport bij brieven van 23 juli 2014 voor commentaar voorgelegd aan verzoekers en de minister. Verzoekers hebben bij brief van 23 september 2014 gereageerd op het conceptonderzoeksrapport. De minister heeft bij brief van 31 juli 2014 laten weten geen aanvullende feiten onder de aandacht van de commissie te willen brengen.
Eerder hebben de erven Katz als onderdeel van een restitutieverzoek voor 189 kunstwerken teruggave van NK 2694 verzocht. De commissie heeft op 17 december 2012 tot afwijzing van dat restitutieverzoek voor 188 kunstwerken geadviseerd (RC 1.90 B), waaronder NK 2694, welk advies door de minister is gevolgd.