Spring naar content
Advies inzake het verzoek tot teruggave van NK 2181 en NK 2115

Portret van een vrouw met een kleine hond en Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug

Dossiernummer: RC 1.5

Soort advies: NK-collectie

Adviesdatum: 23 september 2002

Periode bezitsverlies: 1940-1945

Oorspronkelijke eigenaar: Particulier

Plaats bezitsverlies: In Nederland

  • NK 2181 - Portret van een vrouw met een kleine hond, anoniem (foto: RCE)

Het advies

Bij brief van 2 april 2002 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de Restitutie commissie verzocht te adviseren over de te nemen beslissing op het verzoek d.d. 7 februari 2002 van P.H. namens de erven van de heer J. H. om teruggave van de schilderijen Portret van een vrouw met een kleine hond (NK 2181) en Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK 2115).

De feiten

Naar aanleiding van het verzoek om teruggave is in opdracht van de Restitutie commissie een onderzoek naar de feiten ingesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn opgetekend in het onderzoeksrapport van 4 september 2002, dat aan de verzoeker is toegezonden. Op verzoek van de commissie heeft de heer P.H. bij brief van 14 september 2002 verklaard zijn verzoek mede te hebben ingediend namens de erven van mevrouw L. H.

Algemene overwegingen

De restitutie commissie laat zich bij haar advisering leiden door de beleidslijnen ter zake van de commissie Ekkart en de regering.

De restitutie commissie heeft zich de vraag gesteld of een uit te brengen advies invloed mag ondervinden van mogelijke consequenties voor de beslissing in andere zaken. De commissie beantwoordt die vraag, behoudens bijzondere omstandigheden, ontkennend, omdat een dergelijke invloed bezwaarlijk kan worden tegengeworpen aan de betrokken verzoeker.

De restitutie commissie heeft zich voorts afgevraagd op welke wijze moet worden omgegaan met het gegeven dat bepaalde feiten niet meer te achterhalen zijn, dat bepaalde gegevens verloren zijn gegaan of niet zijn teruggevonden, of anderszins bewijzen niet meer zijn bij te brengen. De commissie is daaromtrent van mening dat, indien het tijdsverloop (mede) oorzaak is van de ontstane problemen, het risico daarvoor, behoudens bijzondere omstandigheden, behoort te liggen bij de overheid.

De restitutie commissie is tenslotte van mening dat inzichten en omstandigheden die sinds de Tweede Wereldoorlog klaarblijkelijk zijn veranderd, naar algemene maatschappelijke opvattingen gelijk mogen worden gesteld aan nova (nieuwe feiten).

Bijzondere overwegingen

  1. Verzoeker moet worden beschouwd als vertegenwoordiger van zowel de erven van de heer J. H. als van diens schoonzuster mevrouw L. H.
  2. Uit voormeld onderzoeksrapport blijkt dat Portret van een vrouw met een kleine hond (NK 2181) eigendom was van de heer J. H. en voorts dat mevrouw L. H. als eigenaresse moet worden aangemerkt van het schilderij Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK 2115).
  3. De beide schilderijen zijn onvrijwillig, als gevolg van vervolging door het nazi-regime, uit het bezit van J. H. en mevrouw L. H. geraakt.
  4. De aanspraken van de familie H. op Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK 2115) zijn na de oorlog al door de Nederlandse autoriteiten erkend. Gewijzigde inzichten ten aanzien van de financiële voorwaarden, zoals deze na de oorlog aan de familie H. werden gesteld, vormen naar het oordeel van de commissie nova in de zin van het beleid. Het verzoek om teruggave is dan ook toewijsbaar.
  5. Nu niet eerder een verzoek om teruggave van Portret van een vrouw met een kleine hond (NK 2181) werd ingediend is ook dit verzoek om teruggave toewijsbaar.
  6. Een probleem met betrekking tot het Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK 2115) wordt gevormd door de omstandigheid dat dit schilderij, hoezeer ook de teruggave daarvan toewijsbaar is, tot op heden onvindbaar is. De consequentie daarvan is dat de commissie in de conclusie niet tot teruggave kan adviseren maar zich moet beperken tot een advies waarbij, zou het schilderij onvindbaar blijven, de aanspraak van de erven van mevrouw L. H. zich oplost in een verzoek om schadeloosstelling.
  7. Nu niet is gebleken dat de verkoopprijzen op enig moment ten goede zijn gekomen aan de eigenaar, kan van terugbetaling geen sprake zijn.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande is het advies van de commissie aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om het schilderij Portret van een vrouw met een kleine hond (NK 2181) terug te geven aan de erven van de heer J. H. en om met betrekking tot het Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK 2115) over te gaan tot schadeloosstelling aan de erven van mevrouw L. H.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 september 2002.

J.M. Polak (voorzitter)
B.J. Asscher (vice-voorzitter)
J.Th.M. Bank
J.C.M. Leijten
E.J. van Straaten
H.M. Verrijn Stuart

Samenvatting RC 1.5

PORTRET VAN EEN VROUW MET EEN KLEINE HOND (NK 2181) EN GEZICHT OP DE BINNEN-AMSTEL MET DE BLAUWBRUG (NK 2115)

Bij brief van 2 april 2002 verzocht de staatssecretaris de Commissie te adviseren over het verzoek om teruggave van de schilderijen Portret van een vrouw met een kleine hond (NK 2181) en Gezicht op de Binnen-Amstel met de Blauwbrug (NK 2115) uit het voormalige bezit van de familie H. Hieraan lag een restitutieverzoek van de erven H. aan de staatssecretaris van OCenW van 7 februari 2002 ten grondslag.